Herenboerderijen #8

De Leenderthoeve is een herenboerderij. Dit zie je aan het ruime formaat, de sierlijke voorgevel en de versierde daklijsten. Daken van herenboerderijen kregen na verloop van tijd dakpannen in plaats van riet. Herenboerderijen werden indertijd bewoond door rijke boeren, de herenboeren. Op Wikipedia vond ik hierover een goede toelichting die ik heb verwerkt in dit bericht.

Herenboeren of scholteboeren waren vermogende boeren die personeel hadden om het land te bewerken. In Nederland waren deze herenboeren vooral aanwezig in Noord-Groningen en in de Groningse en Drentse veenkoloniën. Herenboeren waren verder te vinden in delen van Friesland, op de Zuid-Hollandse eilanden, in Noordwest-Brabant, in Zeeland en in mindere mate in het Gelderse rivierengebied, zo ook de Leenderthoeve dus. In de Gelderse Achterhoek werden deze grootgrondbezitters scholteboeren genoemd. Ook in de Vlaamse Polderstreek waren er herenboeren aanwezig.

 

Groningse herenboerderij te zien in het Openluchtmuseum

Agrarische revolutie De opkomst van de herenboeren was vooral het gevolg van de agrarische revolutie. Ook in andere landen in West-Europa waren er landbouwgebieden waar de herenboeren dominant waren. Met name in grote delen van Frankrijk (Normandië), Duitsland (Oost-Elbië en Sleeswijk-Holstein) en in Italië (Povlakte). Voorlopers van de negentiende-eeuwse herenboeren waren de eigenerfden. Dat waren vrije boeren uit de middeleeuwse periode die hun land konden bewerken zonder tussenkomst van een leenheer. Deze werden in Engeland yeomen genoemd en in Duitsland Hufner of Vollbauern.

Rijkdom In de negentiende eeuw stonden de herenboeren bekend om hun rijkdom, die zij veelal verkregen door het verbouwen en verhandelen van grote hoeveelheden graan, aardappel en andere landbouwproducten. Deze rijkdom uitte zich vooral in hun sociale positie en aanzien. De boerderijen van de herenboeren werden vergroot en versierd en ook wel omgeven door slingertuinen in Engelse stijl. Door de verschillen tussen enerzijds de kleine groep herenboeren en anderzijds de landarbeiders was de klassentegenstelling groot. Herenboeren waren vaak actief in de plaatselijke, provinciale en landelijke politiek.